VT: Toneel (Lina)
Toneel We zijn naar het toneel geweest. We gingen met
de bus. Toen we aankwamen moesten we nog een beetje wachten. Na het wachten
gingen we naar de grote zaal. Het was een beetje donker in de grote zaal. Het toneel
begon. Het ging over een touwslagerij. Zo ging het: er was een mama en een papa
en ze hadden een kindje gekregen. Het kindje was een meisje. Ze heette Loeka.
Ze werd ouder, tot ze acht jaar was. De laatste klant kwam binnen en daarna was
het vakantie. De mama dronk een wijntje en ze ging naar de buren. Loeka keek
naar haar leukste tekenfilm. Maar toen zag ze iets onder de kast. Het was een
schilderij van haar overgrootvader. Ze dacht; 'wauw, mijn overgrootvader eens
in het echt zien!' Dus ze ging naar Ginderland, want daar woonde hij. Toen ze
op weg naar Ginderland was, moest ze eerst door een tunnel. Ze moest iets
betalen maar ze had geen geld, dus ze betaalde met haar haar. Dat mocht ze niet
van haar mama. Toen ging ze in de tunnel en er kwam rook uit: “Waaw, dat was
cool!” Ze was uit de tunnel. Toen zag ze allemaal rare wezens in het echt. Het
laatste wezen leek veel op een eend en haar arm reed weg: “Hahaha, dat was
grappig!” Toen was ze in Ginderland. Ze zag haar overgrootvader. Ze was
superblij en ze zongen een lied. Het toneel was gedaan. We gingen dan uit de
zaal. Dan deden we onze jas aan en gingen naar buiten. We moesten lopen naar de
bus, want als we
te laat kwamen voor de bus dan moesten we één uur wachten! Jammer, we waren net
te laat. Maar gelukkig moesten we niet één uur wachten maar tien minuutjes. Dan
kwam de bus. En we waren op school.
einde
Reacties
Een reactie posten