We bestuderen een reuzenrad!
Lina vertelde in de praatronde over haar tochtje in het reuzenrad.
Hannes merkte op dat het toch wel een geluk is dat je bakje nooit ergens tegen botst, ook al lijkt het soms wel zo als je er in zit. Iemand anders zei dan dat je gerust kan zijn, dat als het bakje voor jou nergens tegen botst, jouw bakje ook nergens tegen zal botsen, want het volgt "de lijn van de cirkel".
Er is dus over de bouw van een reuzenrad goed nagedacht, gelukkig maar!
Vandaag dachten we er ook eens over na.
Iedereen kreeg de opdracht om zelf een reuzenrad op papier te ontwerpen.
Ze mochten kiezen welke materialen ze gebruikten.
Veel leerlingen werkten met een passer en een lat.
We stelden vast dat de lijnen die van het middelpunt vertrekken naar het einde van de cirkel, altijd even lang moeten zijn. Ze krijgen ook een naam. Die leerden we vandaag: de stralen! We dachten dan ook even aan onze ronde zon met haar zonnestralen!
Hannes merkte op dat het toch wel een geluk is dat je bakje nooit ergens tegen botst, ook al lijkt het soms wel zo als je er in zit. Iemand anders zei dan dat je gerust kan zijn, dat als het bakje voor jou nergens tegen botst, jouw bakje ook nergens tegen zal botsen, want het volgt "de lijn van de cirkel".
Er is dus over de bouw van een reuzenrad goed nagedacht, gelukkig maar!
Vandaag dachten we er ook eens over na.
Iedereen kreeg de opdracht om zelf een reuzenrad op papier te ontwerpen.
Ze mochten kiezen welke materialen ze gebruikten.
Veel leerlingen werkten met een passer en een lat.
Daarna bespraken we de resultaten.
Dan gingen we over tot actie.
De zwaluwen mochten nu hun papieren reuzenrad tot leven brengen.
Met hun eigen lichaam en kleren moesten ze een zo perfect mogelijke cirkel maken. Verder mochten ze niets gebruiken.
Eerst gaf iedereen zijn idee en overlegden ze. Lina noteerde alles in een verslag.
Na een tijdje werd het duidelijk om vanuit een middelpunt te werken. De kleren van de kinderen konden dan als stalen kabels gebruikt worden: de kabels die vertrekken van het middelpunt naar de bakjes. Maar dan stelden ze vast dat niet alle kleren even lang waren.
Iemand merkte op dat ze de voegen van de vloer konden gebruiken. Maar dan konden er maar enkele kabels gelegd worden, want de voegen lopen in rechte hoeken. De diagonaal van elke tegel bleek langer te zijn dan de zijden van zo'n tegel , dat mochten ze even controleren voor de zekerheid met een lat (zie foto).
Toen ontstond het idee om je eigen lichaam te gebruiken als kabel.
Lucas vertelde ons om wel steeds hetzelfde kindje te gebruiken, want niet iedereen is even lang.
Ze kozen ervoor om Hannes te gebruiken.
Arnon bewaakte het middelpunt en de rest hielp om Hannes van het ene bakje naar het andere bakje te verslepen.
Reacties
Een reactie posten